top of page
Foto van schrijverReading Freud

Deel 1-04 Vervolg Hysterie, en het onbewuste duikt op

Bijgewerkt op: 30 mei 2019

Boek 1 post 4; pagina 54 - 64


Vervolg op de algemene kenmerken van hysterie, waaronder de psychische kernmerken worden geschaard (hoofdstuk Hysterie, 1888, p.54-55):

"Wat men populair als hysterisch temperament pleegt aan te duiden - de ongedurigheid van de wil, de stemmingswisselingen, de verhoogde prikkelbaarheid terwijl alle altruïstische gevoelens verslappen - kan bij hysterie voorkomen, maar is voor haar diagnose niet absoluut vereist. Er zijn ernstige vormen van hysterie die zo'n psychische verandering geheel ontberen; veel tot deze categorie behorende patiënten rekent men onder de beminnelijkste, wilskrachtigste en helderste personen die de uitingen van de ziekte duidelijk ervaren als iets dat vreemd is aan hun wezen."

Freud vervolgt met de erfelijke factoren die bij hysterie een rol spelen (p.55):

"Hysterie moet worden beschouwd als een status, een nerveuze diathese, die periodieke uitbarstingen produceert. De etiologie van de status hystericus moet zonder meer in de erfelijkheid worden gezocht: hysterici tonen altijd een aanzienlijke aanleg voor stoornissen van de hersenactiviteit en hebben epileptici, psychotici, lijders aan tabes enzovoort in hun familie."

Een voetnoot wijst erop dat deze opvattingen van Freud berusten op Charcot's opvattingen en in latere werken zal Freud deze in twijfel trekken en zelfs aanvechten.

Hij vervolgt met het beschrijven van factoren die de ontwikkeling van een hysterische aanleg begunstigen, waaronder "een verwennende opvoeding (bij enig kinderen), voortijdige opwekking van geestesactiviteit bij kinderen, frequente en hevige opwinding." (p.55).

Maar er zijn ook accidentele factoren die uitbarstingen van acute hysterie kunnen veroorzaken: (p.56)

"[T]rauma's, intoxicaties (lood, alcohol), verdriet, gemoedsbewegingen, uitputtende ziekten en, om kort te gaan, alles wat een krachtig effect in schadelijke zin kan sorteren. (...) Voor wat de - naar de bewering van velen - overheersende invloed van abnormaliteiten in de geslachtelijke sfeer op het ontstaan van hysterie betreft, moet worden opgemerkt dat de betekenis hiervan doorgaans wordt overschat. In de eerste plaats vindt men bij hysterie bij geslachtsonrijpe meisjes en jongens, zoals trouwens ook het mannelijke geslacht aan de neurose met al haar kenmerken ten prooi valt, zij het veel en veel minder (één op de twintig). Voorts is hysterie bij vrouwen met totaal ontbreken van genitalia geobserveerd, en iedere arts zal een aantal gevallen van hysterie bij vrouwen hebben gezien bij wie het geslachtsapparaat geen enkele anatomische verandering toonde, zoals omgekeerd de meeste vrouwen met genitale kwalen niet aan hysterie lijden. Maar erkend moet worden dat functionele, op het geslachtsleven betrekking hebbende factoren een aanzienlijke rol spelen in de etiologie van hysterie (zoals van alle andere neurosen), en wel vanwege de hoge psychische betekenis van deze functie, vooral bij de vrouwelijke sekse. Trauma's vormen vaak een accidentele oorzaak van hysterische aandoeningen, in tweeërlei opzicht; ten eerste doordat onder invloed van een sterk fysieke trauma, dat met schrik en kortstondig bewustzijnsverlamming gepaard gaat, een tot dan toe onopgemerkte hysterische dispositie wordt opgewekt; ten tweede doordat het door een trauma getroffen lichaamsdeel de zetel van een lokale hysterie wordt. Zo ontwikkelt zich bij voorbeeld bij hysterici, na lichte kwetsuur van een hand, een contractuur van die hand, of onder analoge omstandigheden, een pijnlijke coxalgie enzovoort."

Hier wordt voor het eerst iets genoemd over de wijdverbreide opvatting dat hysterie zich alleen bij vrouwen voor zou doen, wat ontkend wordt. En de rol die fysiek trauma kan spelen in het uitlokken van hysterie wordt voor het eerst voorgesteld. Mij is onduidelijk of het ook seksueel trauma betreft in deze context, maar ook dat mogen we natuurlijk onder fysiek trauma scharen.

De tekst vervolgt met paragraaf 4, het verloop van de hysterie. Hysterie zou zich ook bij kinderen reeds voordoen en bij vrouwen zou het zich met name in de puberteit levendig manifesteren.

" De eerste jaren van een gelukkig huwelijk onderbreken gewoonlijk de ziekte; met het verkoelen van de echtelijke betrekkingen en de uitputting door herhaaldelijke zwangerschappen komt de neurose weer tevoorschijn. Na hun veertigste levensjaar produceert de neurose bij vrouwen doorgaans geen nieuwe verschijnselen meer; oude symptomen kunnen echter voortbestaan en krachtige aanleidingen kunnen zelfs op hogere leeftijd de ziektetoestand verergeren. Mannen lijken op onrijpe leeftijd vooral ontvankelijk te zijn voor hysterie ten gevolge van trauma en intoxicatie." (p.58)

Voorts wordt beschreven dat sommige symptomen, bijvoorbeeld verlammingen, jaren aaneen kunnen voortduren, maar bij sommige gevallen ze spontaan verdwijnen en de functie weer geheel herstelt.

Interessant in het volgend citaat is dat hier voor het eerst de term 'het onbewuste' in druk opduikt op een manier die het latere psychoanalytische gebruik doet vermoeden (zo schrijft de redactie in een voetnoot op p.58).

" De ontwikkeling van hysterische stoornissen heeft evenwel vaak een soort van incubatie- of beter latentietijd nodig, gedurende welke de aanleiding in het onbewuste blijft doorwerken. Zo ontstaat een hysterische verlamming bijna nooit direct na een trauma; slachtoffers van een treinongeluk zijn bijvoorbeeld allen in staat zich na het trauma te verroeren, begeven zich schijnbaar ongedeerd huiswaarts en ontwikkelen pas dagen en weken later de verschijnselen die tot de veronderstelde 'ruggenmergschudding' hebben geleid."

De tekst besluit met paragraaf 5: de therapie van de neurose.

Hij maakt een onderscheid tussen de drie taken die uit elkaar gehouden moeten worden door de arts, namelijk de behandeling van de hysterische dispositie, hysterische uitbarstingen (acute hysterie) en individuele hysterische symptomen (lokale hysterie). "Men moet als arts ervoor waken dat men al te duidelijk zijn belangstelling toont voor lichte hysterische symptomen, om ze niet te voeden" (p.59). Deze opmerking doet toch enigszins vermoeden dat hij zijn patiënten vatbaar acht voor suggestie en simulatie - en dat geldt overigens heden ten dage nog evenzo. Verderop, bij de behandeling van acute hysteriën benadrukt hij iets soortgelijks (p.60):

"eerste voorwaarde van een succesvol ingrijpen is doorgaans de verwijdering van de patiënt uit zijn normale levensomstandigheden en zijn isolering uit de kring waarin de uitbarsting is ontstaan. (...) Gewoonlijk is de hysterische patiënt niet de enige neuroticus in de familiekring; de schrik en tedere bezorgdheid van ouders of andere familieleden vergroot slechts de opwinding of, bij psychische verandering van de patiënt, diens neiging krachtiger symptomen te produceren. Een aanval bijvoorbeeld die meermaals achtereen op een bepaald moment van de dag is gekomen, wordt door de moeder steevast op hetzelfde tijdstip verwacht; bezorgd vraagt zij het kind of het zich al niet lekker voelt, en maakt zo de totstandkoming van het gevreesde verschijnsel zeker. "

Opname in een kliniek waarin de patiënt ervan verzekerd wordt dat zijn symptomen ongevaarlijk en snel te genezen zijn zouden de behandeling doen bespoedigen, naast andere geneesmiddelen (massage, algemene elektrisatie, hydrotherapie). Narcotische middelen raadt hij af en zouden dan wel, dan niet werken en "enkel van de autosuggestie van de patiënt of van zijn geloof in de werking af (te) hangen."(p.61).

Pas aan het eind van de tekst beschrijft hij de hypnose als behandelmethode (p.62):

"De directe behandeling bestaat in het elimineren van de psychische prikkelbronnen voor de hysterische symptomen en is te begrijpen als men de oorzaken van de hysterie in het onbewuste voorstellingsleven zoekt. Deze behandeling houdt in dat men de patiënt onder hypnose een suggestie inblaast die de opheffing van de kwaal in kwestie bevat. Zo geneest men een tussis nervosa hysterica bijvoorbeeld wanneer men de onder hypnose gebrachte patiënt op het strottenhoofd drukt en hem verzekert dat de hoestprikkel nu uit de weg is geruimd; een hysterische verlamming van de arm doordat men hem onder hypnose dwingt het verlamde lid beetje bij beetje te bewegen. Nog effectiever is het wanneer men, volgens een methode die Josef Breuer in Wenen voor het eerst in praktijk heeft gebracht, de patiënt onder hypnose terugvoert naar de psychische voorgeschiedenis van de kwaal en hem ertoe dwingt uit te spreken bij welke psychische aanleiding de overeenkomstige stoornis is ontstaan. Deze methode van behandeling is nieuw, maar levert medische resultaten op die anderszins onhaalbaar zijn. Ze is de meest adequate voor de hysterie, omdat ze nauwkeurig het mechanisme van het ontstaan en verdwijnen van deze hysterische stoornissen nabootst. Veel symptomen die iedere behandeling hebben getrotseerd, verdwijnen namelijk spontaan onder invloed van een toereikend psychisch motief: een verlamming van de rechterhand bijvoorbeeld wanneer de patiënt in een ruzie de opwelling krijgt om zijn tegenstander een oorvijg te geven (..).

Het klinkt ietwat komisch, en lijkt de suggestie te wekken dat er bij hysterie toch in een bepaald opzicht sprake kan zijn van simulatie - hoewel Freud het eerder in de tekst juist ook opneemt voor het lot van de vele hysterici die als simulators werden weggezet. Ik vermoed - en dat zal mogelijk later wel in zijn teksten helderder worden - dat het onbewuste inderdaad een grote rol speelt in de symptomen en men dus nooit echt kan zeggen dat een patiënt intentioneel simuleert. Uitzonderingen daargelaten - denk bijvoorbeeld aan het syndroom van Münchhausen - maar ook ziektewinst kan bij sommige patiënten een rol spelen. Maar misschien ben ik te kort door de bocht. Het ziektebeeld van de hysterie roept an sich toch veel vragen op.


Het hoofdstuk besluit met een korte bijlage over de Hystero-epilepsie. Daarin worden de hevige aanvallen beschreven die zich bij hysterie voor kunnen doen en overeenkomsten kunnen vertonen met een epileptische aanval, zoals door kramp op de grond vallen en schuimbekken, maar waarin zij ook van epilepsie te onderscheiden zijn.


280 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Komentar


bottom of page