top of page

Deel 1-09 "Het geval" Nina R.

Bijgewerkt op: 9 jan. 2019

Boek 1 post 09: pagina 128 - 136


Het volgende korte hoofdstuk getiteld Vier documenten over het geval 'Nina R.' betreft een aantal documenten die pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw aangetroffen werden in het archief van sanatorium Bellevue in het Zwitserese Kreuzlingen. De redactionele inleiding vermeldt dat er materiaal werd gevonden over enkele patiënten die Josef Breuer (langdurig mentor en vriend van Freud) en Freud tussen 1881 en 1910 naar deze inrichting hadden doorverwezen. De documenten over "het geval" Nina R. zouden uit 1891 stammen.




De documenten bestaan uit een anamnese, een ziektegeschiedenis, een rapport (door Breuer geschreven) en een brief aan de arts van het sanatorium. Nina R. is op het moment van schrijven 21 jaar oud - en zal waarschijnlijk de diagnose 'hysterie' hebben gekregen - als ik de symptomen lees. De anamnese leest vlot, komisch bijna. Op een aantal medische termen na zou iedere leek zich aan de hand van de beschrijvingen een goed beeld kunnen vormen van het ziektebeeld van deze vrouw. Tijdens het lezen komt de vrouw tot leven; weliswaar een aparte vrouw met soms lachwekkende - maar ook dieptreurige klachten. Veel van de beschreven symptomen zijn herkenbaar, sommigen volstrekt vreemd en soms doen ze overdreven aan (het 'overdrijven' lijkt toch ook wel in verband te staan met de verschijning van de hysterie).

"In gezelschap altijd braken uit emotie. Zodra zij geëmotioneerd raakt, meteen misselijkheid. Steeds ontevreden, verveeld, melancholische gevoelens over haar eigen persoon en de wereld. Breuer zag ook masturbatie en vond dat patiënte haar opwindingen (seksuele nostalgie) tegen elke prijs moest onderdrukken. In die staat houdt ze het in bed niet uit, is extreem geprikkeld, moet piekeren over wat er gebeurt als je sterft, beleeft sterfsituaties, gevoelens alsof iets in haar hersenen verschuift. In die staat kan ze niet eten, wordt dan twee kilo lichter. Heeft in die toestand stuipen. Soms inbeelding dat papa niet van haar houdt - huilkramp, stuipen over het hele lichaam." (p. 130).

De ziektegeschiedenis leest zo nog veel komischer en soms bijna als een klucht - mede door de doorschemerende mening die erin doorklinkt. Het is geen volstrekt objectieve vertelling van de feiten van het leven van patiënte, zoals men uit volgend citaat kan opmaken: (p. 132)

" De omgeving waarin patiënte is opgegroeid, is niet bijster gunstig. Van vaderszijde aanzienlijke hereditaire belasting, de vader zelf bij mijn weten niet neuropathisch, ook volstrekt fatsoenlijk, maar bekrompen, even wars van hogere geestelijke interesses als van excentriciteiten, zijn huis ingericht op geld verdienen en gezelligheid, zonder intellectuele stimulans. De moeder een volstrekt goedhartige en lieve vrouw, eveneens niet neurotisch, maar weinig schrander. Het samenleven van beide voortreffelijk. Een jongere broer is door een complexe neurose van overwegend hysterische aard eveneens onbekwaam voor het leven geworden, een nog jongere broer heeft om zo te zeggen nog geen besluit genomen."

Ook verderop in de ziektegeschiedenis lopen mening en beschrijving door elkaar heen, maar valt ook Freud's verhalende schrijfstijl op en enige genegenheid die hij voor zijn patiënte voelt:

"Ze heeft werkelijk langzamerhand alles opgegeven wat een meisje vreugde kan schenken, en aan het leven niets overgehouden dan de zorg om haar gezondheid." (p.133) (...) "...ze leefde in haar kamer, die op een rumoerige straat uitkeek, met een verpleegster die ze volkomen in haar macht had, die haar bijvoorbeeld op haar bevel moest toespreken, medelijden met haar moest tonen enzovoort. Ze verliet bijna nooit haar bed, kwam nooit op straat, meed angstvallig de omgang met vader en broer en tergde onbarmhartig haar moeder. " (...) Met steun van een kordate verpleegster en dankzij het uiteindelijk opkomende protest van de moeder heb ik de kwalijkste kanten van deze levensgewoonten kunnen elimineren. De patiënte schaamde zich overigens zelf voor deze uitwassen van haar toestand. Slechts onder grote angst voor dwang, nieuwe eisen en emoties heeft ze haar toestemming voor de reis naar Konstanz [Kreuzlingen] gegeven. Ik heb haar beloofd dat de artsen daar haar even humaan en liefderijk zullen behandelen als wij en dat zij niet zullen geloven dat ze simuleert of overdrijft. Toont men belangstelling voor haar, dan valt er misschien iets met haar uit te richten." (p.134).

Een dergelijke persoonlijke boodschap zoals deze laatste opmerking van Freud zullen we tegenwoordig niet meer zo snel in een medische brief tegenkomen - en schetst behalve een beeld van een vroegere tijd ook een indruk van de bijzondere omgang met de 'hysterici'. Mij maakt het toch nieuwsgierig naar wat de hysterie nu precies inhield en of ze - in andere vormen - nog bestaat. Ik voel in ieder geval de behoefte om wat meer achtergrondinformatie te lezen over hoe de hysterie door de tijd heen veranderde - en hoe wij haar nu nog moeten zien. De conversie en de lichamelijk onverklaarde klachten (somatoforme stoornissen) bijvoorbeeld bestaan nog als aparte diagnoses, maar zijn er andere stoornissen waar jullie raakvlakken mee zien?


De gehele tekst geeft behalve de feitelijke ziektegeschiedenis ook een beeld van hoe (subjectief) men in die tijd een ziektegeschiedenis neerschreef en hoe men überhaupt over patiënten (of over vrouwen?) dacht en zich uitsprak. Lees deze opmerking in het rapport van Breuer over dezelfde patiënte: (p. 135)

"In moreel opzicht is Nina een exemplarisch voorbeeld van het bekende type van het 'geëxalteerde jodinnetje', met haar familie overhoop liggend, lijdend aan zelfoverschatting en egoïsme, met een gering vermogen tot liefde. Maar met haar schranderheid is wat te doen; de onpersoonlijke discipline van de inrichting, vooral de zedelijk rust, zal haar vermoedelijk sterk doen opknappen."

Oei....




148 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page