top of page

Deel 1-13 Necrologie van Freuds leermeester

Bijgewerkt op: 26 jan. 2020

Boek 1 post 13: pagina 181-194


Weer een heel ander hoofdstuk dan het vorige is de necrologie van Charcot, die op 16 augustus 1893 onverwachts overleed op achtenzestigjarige leeftijd. Het stuk werd gepubliceerd in een Weens medisch tijdschrift. De redactionele inleiding schrijft dat Freud zijn grote bewondering voor Charcot zijn leven lang behield, en in latere werken geregeld naar hem en de tijd die hij onder zijn hoede doorbracht refereerde. In de relatief korte tijd (ongeveer 5 maanden) dat Freud verbleef en les kreeg in Parijs van zijn grote voorbeeld, liet de man klaarblijkelijk een grote indruk achter op de jonge Freud. Zo schrijft hij op 24 november 1885 aan zijn verloofde Martha Bernays: (Werken 1, pagina 13)

"Charcot, een der grootste artsen, een geniaal nuchter mens, haalt eenvoudigweg mijn opvattingen en intenties omver. Uit sommige colleges kom ik tevoorschijn als uit de Notre-Dame, met nieuwe gewaarwordingen van volmaaktheid. Maar hij maakt me zwak; als ik bij hem weg ga, heb ik helemaal geen zin meer in mijn eigen dommigheden; ik heb nu drie dagen geluierd zonder dat ik het mezelf verwijt. Mijn hersenen zijn verzadigd als na een avond toneel. Of het zaad ooit vruchten zal afwerpen, weet ik niet; maar dat niemand anders ooit op dezelfde wijze indruk op me heeft gemaakt, weet ik zeker."

De necrologie is fijnzinnig geschreven en vertelt over Freud's persoonlijke indrukken van de 'grootmeester' aan het werk. Hij beschrijft van dichtbij een aantal persoonlijke anekdotes en weet ook een en ander over Charcot's ontwikkeling tot beroemd arts te vertellen. Charcot had zelf 'stage' gelopen in het Salpêtrière en toen hij eenmaal chef de clinique was geworden bleef hij 33 jaar op dezelfde afdeling (zenuwzieken) werkzaam, tot aan zijn dood. Charcot had daarmee gedurende een lange tijd een grote groep patiënten tot zijn beschikking - waar hij volgens Freud zijn specifieke talent nuttig kon maken: (p.184)

"Hij was geen piekeraar, geen denker, maar een artistiek begaafde natuur, een - zoals hij het noemde - visuel, iemand die ziet. Zelf vertelde hij ons over zijn werkwijze het volgende: hij was gewoon de dingen die hij niet kende steeds opnieuw te bekijken, dag in, dag uit zijn indrukken te versterken, tot het begrip ervan hem dan plotseling daagde. (...) Men kon hem horen zeggen dat de grootste voldoening die een mens kon beleven, was iets nieuws te zien, oftewel iets als nieuw te onderkennen, en telkens weer kwam hij in zijn opmerkingen op de moeilijkheid en verdienstelijkheid van dit 'zien' terug. Hoe komt het toch, zei hij dan, dat de mensen in de geneeskunde altijd alleen zien wat zij al geleerd hebben te zien, wat is het toch wonderbaarlijk dat men opeens nieuwe dingen - nieuwe ziektetoestanden - kan zien, die vermoedelijk even oud zijn als het mensdom, en hij moest zichzelf voor ogen houden dat hij nu heel wat zag dat hij dertig jaar lang op zijn ziekenzalen over het hoofd had gezien. "

Het lijkt erop dat Charcot met zijn medische vakkundigheid een gave had om - naar het beroemde citaat van Proust - 'met nieuwe ogen te kijken'. Hij zocht niet naar nieuwe landschappen (hij runde immers jarenlang dezelfde afdeling), maar zijn ontdekkingsreis bestond uit het steeds met een frisse blik, herhaaldelijk hetzelfde bestuderen. Volgens Freud leverde dit nauwgezette observeren een rijkdom aan nieuwe inzichten voor de neurologie op. Charcot schroomde er volgens Freud niet voor de empirie boven de theorie te plaatsen. Als zijn waarnemingen niet kloppend waren met de theorie moest de theorie het ontgelden. Zijn uitspraken daarover maakten een zodanig diepe indruk op Freud dat laatstgenoemde eenzelfde uitspraak daarover zijn leven lang gebruikte en herhaaldelijk liet terugkeren in zijn werken:

"de theorie is mooi, maar dat neemt niet weg dat het bestaat". (uit een voetnoot van de redactie, p 185).

De tekst vervolgt met Freud's beschrijving hoe Charcot 'zijn' ziekenhuis bestuurde, welke middelen hij tot zijn beschikking had (een polikliniek, een laboratorium, elektrotherapie, een fotoatelier, een museum etc.) en hoe hij zijn patiënten, medisch personeel, assistenten en studenten bejegende:

”Stellig richtte deze toeloop van mensen zich niet alleen op de grote arts en mensenvriend, die altijd wel een antwoord wist en, al gissend een oplossing vond.” (p. 188)

Maar nog meer was het de kracht en vorm waarmee Charcot doceerde die Freud zo in bewondering achterliet:

"Als docent was Charoct ronduit fascinerend; al zijn colleges waren qua structuur en compositie kleine kunstwerken, volmaakt van vorm, en maakten zo een diepe indruk dat men de dingen die men gehoord had, de objecten die gedemonstreerd waren, de hele dag niet van zich af kon zetten. Zelden demonstreerde hij één enkele patiënt, meestal een aantal of contrasterende gevallen, die hij dan met elkaar vergeleek." (p.188)

Freud benut de gelegenheid om ook Charcot's latere werk met de hysterie te vermelden en de baanbrekende en belangrijke inzichten hij daarin had opgedaan, ondanks de tegenstand die hij daarin vanuit andere tijdgenoten ontmoette. Freud laat enkele kritische noten niet buiten beschouwing en vermeldt een aantal tekortkomingen in Charcot's bevindingen (met name dat Charcot de etiologie van de hysterie volledig in de erfelijkheid zocht), maar sluit af met een ode aan zijn waardevolle bijdragen: (p.194)

"Onvermijdelijk zullen de vorderingen in onze wetenschap, terwijl ze onze kennis vergroten, ook menig opvatting van Charcot van haar waarde beroven, maar geen wisseling van tijden of van inzichten zal bij het nageslacht de faam van de man kunnen verminderen om wie wij allen thans - in Frankrijk en elders - rouwen. Wenen, augustus 1893. "

Een hoofdstuk waarin Freud wederom een prachtig stukje tijdsbeeld schetste van het medische bedrijf in de negentiende eeuw.


Menig patiënt van Freud zal ook dagelijks aan Charcot herinnerd zijn; boven de beruchte divan in Freud's werkkamer hing de afbeelding van Charcot in zijn Salpêtrière.

Copyright Freud Museum London
De divan met daarboven de afbeelding van Charcot - Copyright Freud Museum London
116 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page