Boek 1 post 21: pagina 288 - 307
Het laatste deel van het hoofdstuk van de Manuscripten van Freud aan zijn vriend Fliess, bevat een algemene uitleg over de afweerneurosen (zie blog 14) en hysterie. Enkele nieuwe punten hieruit zal ik oplichten.
Een belangrijke verschuiving die we in dit manuscript zien is dat hij het moment van het relevante (pathogene) trauma (waardoor de neurose ontstaat) ineens in de kindertijd plaatst. Hij legt hier nog niet uit waarom. Het is een belangrijke wijziging in zijn theorie die in zijn latere werk (grotendeels?) van kracht blijft.
We hebben het dus over afweer in deze laatste pagina's van de Manuscripten. Freud legt uit dat ieder mens een bepaalde afweertendens heeft. We voelen allemaal wel eens weerzin om onze psychische energie zo te sturen dat er onlust ontstaat. Deze tendens van afweren, zo zegt hij, 'kan niet aangewend worden tegen waarnemingen, omdat deze aandacht (getuige het bewustzijn) weten af te dwingen; de tendens geldt alleen voor herinneringen en denkvoorstellingen' (p. 290). De afweer is onschadelijk wanneer ze in werking wordt gezet tegen voorstellingen die destijds (dus in het verleden) onlust opwekten maar dat in het huidige moment niet meer doen. De neiging tot afweer wordt pas schadelijk wanneer ze zich richt tegen voorstellingen/herinneringen die nieuwe onlust opwekken - zoals bij seksuele herinneringen volgens Freud het geval is. Sterker nog, het is niet zelden dat de herinnering een sterker effect (en affect?) oproept dan de ermee corresponderende ervaring zelf. Vervolgens vult hij aan (hier zien we de verschuiving waarin Freud het trauma in de kindertijd plaatst) 'daarvoor is alleen nodig dat zich tussen de ervaring en de herhaling ervan in de herinnering de puberteit invoegt, die het effect van de opwekking zozeer versterkt.' (p. 291)
Hij stelt dus dat het zou gaan om voortijdige seksuele prikkeling (vóór de puberteit dus) die voor onlust zorgt en wordt verdrongen. De redenen waarom zij verdrongen wordt legt Freud bij de schaamte en moraliteit:
"Het meest voor de hand liggende antwoord zal zich beroepen op het feit dat schaamte en moraliteit de verdringende krachten zijn en dat de natuurlijke nabijheid van de geslachtsorganen onontkoombaar bij de seksuele ervaring ook walging moet opwekken. Waar geen schaamte bestaat (zoals bij het mannelijk individu), geen moraal tot stand komt (zoals bij de lagere volksklassen), waar de walging door de levensomstandigheden is afgestompt (zoals op het land), daar zal ook geen verdringing, dus geen neurose het gevolg van infantiele seksuele prikkeling zijn." (p. 291)
Hier lezen we een verklaring (schaamte is de verdringende factor - en seks kan walging opwekken die voorts schaamte voortbrengt), maar ook een uitgesproken mening over mannen (en vrouwen!) en de lagere klassen...opmerkelijk op zijn minst! Een voetnoot van de redactie wijst erop dat deze uitspraak desalniettemin veelzeggend is, omdat Freud zich toen al van de invloed van sociale omstandigheden op de ontwikkeling van neurosen bewust was.
Maar, voor we te snel oordelen, doet Freud dat ook niet - want hij neemt een zin later weer afstand van zijn standpunt:
"Toch vrees ik dat deze verklaring de toets der kritiek niet doorstaat. Ik geloof niet dat de vrijkoming van onlust bij seksuele ervaringen het gevolg is van toevallige bijmenging van bepaalde onlustfactoren. De dagelijkse ervaring leert ons dat bij voldoende hoge libido walging niet wordt bespeurd, moraal wordt overwonnen, en ik denk dat het ontstaan van schaamte door een diepere samenhang met de seksuele ervaring is verbonden. Volgens mij moet er een onafhankelijke bron van vrijkoming van onlust in het seksuele leven zijn; zodra deze bron er eenmaal is, kan ze sensaties van walging tot leven wekken (...). " (p. 292)
Welke bron dat is beantwoordt hij hier niet. Hij stelt dat zolang er van het seksuele proces geen correcte theorie is de vraag over de onlust die verdrongen wordt nog onopgelost blijft.
Een beetje onbevredigend, mogen we wel zeggen. Ongetwijfeld zal hij hier in latere geschriften op terugkomen.
Wel geeft hij een soort standaardformule voor de ontwikkeling van alle neurosen, die als volgt luidt: (p. 292)
1. De te verdringen traumatische, voortijdige seksuele ervaring (of reeks van ervaringen),
2. de verdringing van deze ervaring bij een latere aanleiding, die de herinnering eraan opwekt, tegelijk vorming van een primair symptoom,
3. een stadium van geslaagde afweer, dat afgezien van het bestaan van het primaire symptoom lijkt op gezondheid,
4. het stadium waarin de verdrongen voorstellingen terugkeren en in de strijd tussen deze voorstellingen en het Ik nieuwe symptomen, die van de eigenlijke ziekte, worden gevormd,
5. een stadium van compensatie, van overweldiging of defectueuze genezing.
Ik plaats de formule hier niet omdat hij zo gemakkelijk leest ;-) maar omdat hij nog terug gaat komen in zijn latere werk. Met 'defectueuze' genezing wordt een verandering van het Ik bedoeld.
Vooral de wijze waarop de verdrongen voorstellingen terugkeren zijn bepalend voor de verschillende type neuroses die kunnen ontstaan.
Het hoofdstuk besluit nog met enkele schetsen/aantekeningen over fantasieën en impulsen. Ik zal die morgen misschien kort nog even aanhalen, voordat we aan een nieuw - groter - hoofdstuk beginnen: Ontwerp van een psychologie - wat een taai hoofdstuk belooft te worden. Ik heb vandaag vooral veel weggelaten. Een aantal van de aantekeningen van Freud was erg technisch. Het is lastig te volgen waarom hij nu het trauma vrij plots in de kindertijd plaatst - en geeft daar in eerste instantie weinig tekst en uitleg bij. Moet ik het seksuele trauma zien als onbegrepen seksuele ervaringen van kinderen, de confrontatie met de eigen geslachtsdelen, onbegrepen seksuele/genotvolle sensaties of gaat het specifiek om een nare gebeurtenis (trauma) op seksueel gebied? Ik hoop dat dit nog duidelijker wordt in de rest van zijn werk.
Vandaag kreeg in ieder geval voor het eerst de neiging om stukken over te slaan. Ik heb het lezen wel doorgezet, maar hier slechts een beperkte samenvatting gegeven - het merendeel was te technisch. Wel merk ik een bezorgdheid om teveel weg te laten, waardoor latere teksten misschien niet meer te volgen zijn - voor jullie en voor mij. Het frustreert enigszins wanneer ik de tekst niet goed begrijp en hoop niet dat dit niet-begrijpen resulteert in nog meer vraagtekens in het vervolg....
We gaan het zien!
Comentarios