Boek 1 post 26: p. 414 - 437
Beste lezers, zijn jullie nog met mij? Ik ben blij de draad weer opgepakt te hebben. Het belooft vanaf nu weer wat interessanter en vooral leesbaarder te worden. Na het eerste lange hoofdstuk (op het nippertje) overleefd te hebben (Ontwerp van een psychologie - 105 pagina's) komen we nu bij een echt groot hoofdstuk, beter gezegd een boek in een boek. Het is één van de bekendste en belangrijkste werken van Freud (in samenwerking met collega Josef Breuer) en is ook als apart boek uitgegeven - maar in deze reeks Werken van Freud chronologisch opgenomen in het eerste boek uit de collectie. Ik heb het over Studies over Hysterie (oorspronkelijk uitgegeven als Studien über Hysterie), waarvan eerst losse delen gepubliceerd werden in medische vakbladen in 1893. Het complete werk werd als geheel in 1895 voor het eerst gepubliceerd. Studies over Hysterie beslaat 268 pagina's, exclusief een uitgebreide inleiding van de redactie die nog eens 23 pagina's omvat. Voor wie meeleest: we hebben het dus over pagina 414 - 706 van het eerste boek.
Als we dit 'hoofdstuk' door zijn, zijn we een heel eind het eerste boek van de collectie ingedoken en zal het niet al te lang meer zijn voor ik aan boek 2 kan beginnen... maar eerst deze klus eens zien te klaren. Dit werk zal zeker enkele weken in beslag gaan nemen. Ik hoop dat ik van elke 15 pagina's die ik lees telkens een mooi leeswerkje voor jullie kan samenstellen.
Ik zal vandaag de redactionele inleiding bespreken (iets meer dan 20 pagina's) die allerlei relevante contextuele en achtergrondinformatie biedt, waardoor we de oorspronkelijke tekst hopelijk beter kunnen begrijpen.
De context: Josef Breuer zag al in de jaren 1880-82 een bijzondere patiënte (onder het pseudoniem Anna O.) bij wie het ziekteverloop van hysterie ongewoon verliep. Freud (die toen nog geen eigen praktijk voerde) kreeg van Breuer over deze patiënte te horen en raakte geïnteresseerd in het geval, in die mate dat hij tijdens zijn verblijf bij Charcot in Parijs (lees blog deel1-01) zijn leermeester over haar vertelde. Charcot had echter geen interesse. Breuer maakte bij deze patiënte gebruik van hypnose, maar ook van wat hij de 'cathartische methode' noemde, die in de Studies over Hysterie centraal staat. Toen Freud en Breuer samenwerkten aan het schrijven van het boek (rond 1892-93, een flinke tijd na de behandeling van Anna O.) maakte Freud, naast andere behandelmethoden, veelvuldig gebruik van de conventionele hypnose (op basis van suggestie). Hij ondervond echter moeite om zijn patiënten onder hypnose te brengen en dit lukte dan ook lang niet bij ieder van hen. Hij twijfelde aan de werkzaamheid van de suggestie en begon net als Breuer de cathartische methode toe te passen, die Breuer onder meer bij Anna O.had gebruikt. Samen schreven zij over deze methode van afreageren (catharsis) en publiceerden hierover het eerste deel van de Studies over Hysterie onder de noemer voorlopige mededeling. Deze voorlopige mededeling werd in een aantal medische bladen uitgegeven maar bracht weinig teweeg in Wenen en Duitsland. Zij vulden het stuk aan met een aantal ziektegeschiedenissen van vrouwelijke patiënten en een theoretische verhandeling en gaven dit als boek uit in 1895. Dit werd niet gunstig ontvangen in de Duitstalige landen, maar wel in Engeland en Frankrijk. Pas tien jaar later zou een tweede druk volgen - waarin de beide heren, de vriendschap inmiddels verbroken vanwege meningsverschillen - separaat van elkaar een nieuw voorwoord schreven voor de nieuwe oplage.
Wat maakt de Studies over Hysterie voor de ontwikkeling van de psychoanalyse zo belangrijk?
"Zelden is voldoende gewaardeerd dat het bedenken van het eerste instrument om het menselijke zielenleven wetenschappelijk te bestuderen misschien Freuds allerbelangrijkste prestatie is. Lezing van de 'Studies' is niet in de laatste plaats zo fascinerend omdat ze ons in staat stelt de eerste stappen bij het ontwikkelen van dit instrument te volgen. Wat ze ons daarbij leert, is niet eenvoudigweg de geschiedenis van het overwinnen van een keten van obstakels; het is de geschiedenis van de ontdekking van een keten van obstakels die overwonnen moesten worden." (uit de redactionele inleiding p. 424)
Eén van die obstakels werd door Anna O. getoond en betrof de amnesie (het geheugenverlies van vroege en/of onderdrukte herinneringen). Hieruit kon opgemaakt worden dat achter het manifeste zielenleven nog een ander zielenleven schuilging; dat van het onbewuste. Al vanaf het begin af aan was duidelijk dat men bij het bestuderen van de menselijke psyche ook de onbewuste processen moest bestuderen en dat daar een speciaal instrument voor ontwikkeld diende te worden. Dit instrument was in eerste instantie de hypnose, waarmee het onbewuste materiaal naar voren gehaald kon worden. Bij Anna O. bleek dit vrij toegankelijk te zijn en kwam er een stroom aan materiaal tevoorschijn en hoefde Breuer slechts te luisteren. Uit Freud's geschriften wordt echter duidelijk dat hypnose lang niet altijd gemakkelijk verliep. Hij was in het hypnotiseren bepaald geen meester. In de 'Studies' vertelt hij hoe hij dit stapsgewijs leerde te omzeilen en zijn patiënten in een toestand van 'concentratie' bracht in plaats van in hypnose.
"Maar juist het afzien van hypnose bracht hem tot een verdere verdieping van zijn inzicht in het psychisch functioneren. Hierdoor werd namelijk nog een ander obstakel zichtbaar - de 'weerstand' van de patiënt tegen de behandeling, de weerzin om aan zijn eigen genezing mee te werken." (redactionele inleiding p. 425)
Interessant, niet? Freud ontmoette geregeld tegenzin van zijn patiënten tegen de behandeling. Wat deed Freud met deze onwilligheid? Bevechten? Nee, verder onderzoeken, zoals hij met alle andere psychologische fenomenen deed.
"Freuds keuze voor de tweede weg [onderzoek] leidde hem rechtstreeks naar het nog niet in kaart gebrachte land, aan de exploratie waarvan hij daarna zijn hele leven zou wijden." (p. 425)
De jaren die volgden na de Studies over Hysterie zou Freud meer en meer de hypnose loslaten en zich richten op de stroom van vrije associaties van de patiënten en de weerstanden die dat beletten. Dit leidde hem ook tot de weg van de analyse van dromen en tot de ontwikkeling van een ander instrument: de duiding (klik op de link voor meer informatie). Een ander obstakel waar Freud al in de laatste bladzijden van de 'Studies' over sprak was de overdracht, die hij later behalve als obstakel ook als belangrijk instrument voor de psychoanalytische behandeltechniek zou gaan zien.
Kortom, de overstap van de hypnotische suggestie naar de cathartische methode die Freud tijdens zijn werk met Breuer maakte, bracht hem een reeks aan nieuwe fenomenen waar hij zijn onderzoek verder aan kon weiden en zijn psychoanalytische theorie op kon bouwen.
De inleiding besluit met het aanstippen van de meningsverschillen die tussen beide auteurs (Freud en Breuer) speelden en die deels ook in het boek aan het licht komen, zij het minder evident dan dat zij later door beide auteurs worden benoemd in brieven en andere geschriften. Een van de belangrijkste meningsverschillen betrof de rol van de seksuele impulsen in de veroorzaking van de hysterie, een standpunt dat Freud verdedigde, maar waar Breuer in zijn teksten in het boek zich evenzeer hard voor maakte. Uit persoonlijke brieven van Freud aan zijn vriend Fliess bleek echter dat hij Breuer een twijfelend en gereserveerde man vond die zich openlijk wel achter de seksuele theorie schaarde, maar aan Freud persoonlijk te kennen gaf er niet in te geloven. Duidelijk moge zijn dat de twee auteurs al tijdens het schrijven er een andere mening op nahielden en na het uitkomen van het werk hun wegen scheidden (niet duidelijk is precies wanneer). In de werken die Freud na verschijning van de "Studies' publiceerde nam hij deels steeds meer afstand van Breuer's techniek en theorie door het verschil tussen 'zijn' psychoanalytische methode en Breuers cathartische methode te benadrukken. Anderzijds gaf hij later (1910) in een collegereeks veel krediet aan Breuer, zozeer dat hij het bijna deed voorkomen dat hij niet zichzelf, maar Breuer als de grondlegger van de psychoanalyse beschouwde. Een paar jaar later ontdoet hij zich weer van deze mening. Mogen we ook Freud misschien een twijfelend man noemen?
Rest mij nog een mooi documentaire over het leven en werk van Freud met jullie te delen. Deze documentaire geeft een mooie inleiding op en inkijk in de Studies over Hysterie en de samenwerking tussen beide artsen. Het geeft ook prachtig het leven van Freud weer door de plaatsen waar hij werkte en woonde te bezoeken. Erg de moeite waard en zeer ondersteunend aan het lezen van Freuds werken en het volgen van deze blog. De documentaire is in het Engels en niet ondertiteld, maar goed te volgen. De documentaire is op onderstaande link te bekijken:
Gaat dat zien!
Commentaires