top of page
Foto van schrijverReading Freud

3-09 Wij zijn allen neurotisch

Bijgewerkt op: 8 mrt. 2020

Boek 3 post 09: pagina 303 - 319 (totaal aantal gelezen pagina's: 1758)


Reading Freud is op vakantie. Vandaag vanuit Marrakesh, Marokko een kort verslag van de laatste pagina's van 'Psychopathologie van het dagelijks leven'. Ik heb in dit Noord-Afrikaanse land nog niemand op een faalhandeling kunnen betrappen ;-), maar versprekingen ontgaan me in het Arabisch natuurlijk volledig en in het Frans dat velen hier spreken zal ik ze waarschijnlijk ook niet opmerken. Misstappen en andere misgrepen zijn me ook nog niet opgevallen. Misschien treden ze alleen op bij de Westers opgevoede mens? Dat zeker niet...maar ik bevind me hier wel in een andere cultuur, zoveel is zeker.


Bij de associatie Freud en Marokko kwam ik via één klik uit op een niet onbelangrijke connectie: Freud heeft - zover ik kan achterhalen - nooit een voet op het Afrikaanse continent gezet. Echter is zijn achterkleindochter Esther Freud (dochter van Freuds kleinzoon en gerenommeerd kunstenaar Lucian Freud) opgegroeid in Marokko, waarover zij het boek Hideous Kinky schreef, dat later verfilmd werd met niemand minder dan Kate Winslet in de hoofdrol. Wie had dat kunnen raden?

Nog een paar opmerkingen dan uit het afsluitende hoofdstuk Determinisme, geloof in toeval en bijgeloof. Freud heeft in dit boek zijn theorie vooral bewezen door middel van het beschrijven van voorbeelden en in het laatste hoofdstuk verklaart hij dat dit ook zijn intentie was. De voorbeelden bewijzen zichzelf omdat ze steeds een verslag zijn van hoe het onbewuste op allerlei manieren in ons dagelijks leven naar buiten dringt. Toch stelt en beantwoordt Freud in dit laatste hoofdstuk nog een drietal theoretische vragen, waarin hij tracht een algemeen geldend principe achter het optreden van de faalhandelingen bloot te leggen. In de eerste vraag probeert hij te achterhalen welke inhoud en oorsprong de gedachten en impulsen hebben die zich in faalhandelingen omzetten. Meestal valt volgens hem gemakkelijk te bewijzen dat de storende gedachte (die zich uit in een faalhandeling) voortkomt uit onderdrukte impulsen:

Egoïstische, jaloerse, vijandige gevoelens en impulsen, waarop de last van de zedelijke opvoeding drukt, bedienen zich bij gezonde mensen niet zelden van de lapsus als middel om hun onloochenbaar aanwezige, maar door hogere psychische instanties niet erkende macht op een of andere manier te openbaren. (p.307)

Ondanks dat Freud veel eigen (en met opzet niet-seksuele) voorbeelden heeft beschreven, zouden toch ook steeds diverse seksuele impulsen een grote rol daarin spelen.

De tweede vraag die aan bod komt is waarom bepaalde impulsen zich juist in deze gemodificeerde uiting tonen (in een faalhandeling dus) en niet volwaardig en direct zoals ze zijn?

Dit zou afhangen van een bepaalde geschiktheid voor bewustwording. Niet elke impuls of onbewuste, verdrongen gedachte kan zomaar in het bewuste doordringen. Vaak, of meestal gaan we gewoon voorbij aan de kleine foutjes die we maken waar mogelijk een diepere betekenis onder schuilgaat. Andere keren hebben we een te grote morele veroordeling van de impulsen die zich in de faalhandelingen tonen. In het algemeen kan met zeggen dat hoe onschuldiger en minder aanstootgevend de motivering van de faalhandeling is, des te geschikter voor bewustwording de gedachte is die er in tot uiting wordt gebracht. Bovendien worden deze faalhandelingen makkelijker gesignaleerd, toegegeven en spontaan gecorrigeerd. Gaat het om werkelijk verdrongen impulsen, dan is uitgebreidere analyse nodig.



Wie ook De droomduiding heeft gelezen zal het niet ontgaan zijn dat er enige overeenkomsten bestaan in de wijze waarop het onbewuste zich in dromen en in faalhandelingen laat zien. Bij beide gaat het vaak om modificaties en wordt de verdrongen impuls dus niet rechtstreeks en in zijn ware aard getoond, maar vervormd en in verdichte vorm.

De verdichtingen en compromisvormingen (contaminaties) vindt men zowel hier [in de faalhandelingen] als daar [in dromen]; de situatie is dezelfde, namelijk dat onbewuste gedachten zich langs ongewone wegen, via uiterlijke associaties en als modificatie van andere gedachten, uitdrukking verschaffen. De ongerijmdheden, absurditeiten en vergissingen van de droominhoud, als gevolg waarvan de droom nauwelijks als product van psychische werkzaamheid wordt erkend, ontstaan op dezelfde wijze, zij het met een vrijer gebruik van de voorhanden middelen, als de gewone fouten in ons dagelijks leven (…). (p.309)

Dromen beperken zich vervolgens niet alleen tot het voorkomen bij neurotische personen. Zij treden, net als faalhandelingen, ook op bij gezonde mensen. Toch kan men ze beide een neurotisch symptoom noemen, maar ernstige psychopathologie hoeft dus geen determinant te zijn. Belangrijk is dan ook de conclusie dat "de grens tussen normale en abnormale nervositeit vloeiend is en dat wij allen licht neurotisch zijn" (p.309). Dit klopt natuurlijk niet helemaal, want er bestaan ook enkele verlichte geesten die niet meer onder hun neurotische persoonlijkheid lijden, maar deze zijn uitzonderlijk (denk aan enkele spirituele leiders). Later is dit theoretisch door psychoanalyticus Otto Kernberg verder uitgebreid. Hij spreekt van een onderscheid tussen de psychotische-, borderline- en neurotische persoonlijkheidsstructuur. Vermoedelijk zal Freud zelf ook nog verder ingaan op het gegeven dat de meeste mensen neurotisch zijn, maar dat heb ik nog niet gelezen. Wie hier meer over weet dan ik, vul me aan! Onderstaand filmpje laat ik tijdens mijn colleges aan studenten vaak zien om het verschil tussen normaal neurotisch - borderline - psychotisch - en abnormaal uit te leggen op de meest simpele manier:



Bij de minst neurotische mensen zouden de faalhandelingen (oftewel de neurotische symptomen) zijn verschoven naar de minst gewichtige psychische verrichtingen, terwijl alles dat aanspraak maakt op een hogere psychische waarde ongestoord verloopt. Lijdt men echter onder ernstige psychoneurotische symptomen, dan maken deze zich juist kenbaar op het vlak van de belangrijkste individuele en sociale verrichtingen, zodat ze bijvoorbeeld de voedselopname, geslachtsverkeer, beroepsbezigheden en de sociale omgang verstoren.

Het kenmerk dat de lichtste en zwaarste gevallen gemeen hebben en waaraan ook de faal- en toevalshandelingen deel hebben, is echter dat de fenomenen te herleiden zijn tot onvolledig onderdrukt psychisch materiaal dat van het bewustzijn is weggedrongen, maar niet beroofd is van alle vermogen om zich te uiten. (p.310)

Tot slot beantwoordt Freud de vraag of er een ondubbelzinnige relatie bestaat tussen de aard van de faalhandeling en de eigenschappen van hetgeen door die faalhandeling tot uitdrukking wordt gebracht. De enorme diversiteit die in versprekingen optreedt, verhult volgens Freud geen universele wetmatigheid. Wel zouden versprekingen veel vaker voorkomen dan storingen in anderen psychische verrichtingen, zoals bijvoorbeeld misgrijpen of vergissen. Kenmerkend is wel dat er vaak sprake is van een tegenwil die zich door middel van de faalhandeling tot uiting brengt (vaak bij het misgrijpen, waarbij het onbewuste als het ware van de gelegenheid van het grijpen gebruik maakt), of er is (zeker bij het vergeten) sprake van onlustgevoelens die opgeroepen worden wanneer men tracht zich het vergetene te herinneren. Faalhandelingen waarbij men geneigd is weinig betekenis aan toe te kennen of ze in het geheel over het hoofd te zien, zouden meestal onbewuste fantasieën of wensen tot uitdrukking brengen.


En daarmee hebben we 'Psychopathologie van het dagelijks leven' uit! Twee tussenliggende korte artikelen volgen, waarna nog een langer werk komt: 'De grap en haar relatie met het onbewuste'.

138 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page