top of page

3-13 De techniek van de grap

Bijgewerkt op: 8 mrt. 2020

Boek 3 post 13: pagina 363 - 417 (totaal aantal gelezen pagina's: 1854)


Dit hoofdstuk, wat kan ik er over zeggen? Ik kwam er niet goed doorheen, vandaar dat het zo lang geduurd heeft. 'De techniek van de grap' (eerste hoofdstuk uit 'De grap en haar relatie met het onbewuste') is pagina na pagina gevuld met de meest uiteenlopende grappen, waardoor ik de grap niet meer zag. Ik ga de samenvatting ervan kort houden. Eenvoudig gezegd zijn er diverse manieren waarop men een grap kan maken. Vaak gaat het om woordspelingen, dubbelzinnig woordgebruik, samenvoegingen, klankgrappen of het verkorten van woorden. De grap is in ieder geval een talige aangelegenheid (daarbij laat Freud andersoortige grappen, zoals een grap uithalen - iets grappigs doen - buiten beschouwing). Hij geeft een overzicht van verschillende technieken, maar verkondigt daarna weer dat de technieken van de grap niet altijd zo helder te onderscheiden zijn.

Net als in 'De droomduiding' en 'Psychopathologie....' die we al gelezen hebben, heeft de hoeveelheid aan voorbeelden waarmee Freud zijn theorie ondersteunt, eerder een storende dan verhelderende uitwerking. Ik moet bekennen dat ik soms wat sneller erdoorheen lees, zeker als er veel Duitstalige grappen zijn, die weer half vertaald in het Nederlands niet bijzonder geestig zijn.

De techniek waaruit een grap bestaat zegt overigens niet zoveel over het onbewuste. Het hoofdstuk biedt in die zin geen inzicht in onze psyche, maar eerder in de taalkundige compositie van de grap.


Een voorbeeld van een grap dan, een die in kringen van artsen nogal eens rond zou gaan: (p. 366)


"Zou men een jeugdige patiënt vragen of hij ooit aan masturbatie heeft gedaan, dan krijgt men beslist geen ander antwoord te horen dan: O na, nie ['O nee zeg, nooit']"

(woordspeling van het woord onanie, dat masturbatie betekent).

Woorden zijn een plastische grondstof waarmee men van alles kan doen. (p.369)

Zo schrijft Freud. Er zijn woorden die in bepaalde toepassingen de oorspronkelijke volle betekenis hebben verloren, maar in een andere samenhang kunnen ze ineens tot grap worden. In de volgende grap zijn juiste de omstandigheden uitgekozen waaronder de versleten woorden hun volle betekenis herkrijgen:


"Wie geht's?" [gehen = ook: lopen], vroeg de blinde de lamme. "Zoals u ziet", antwoordde de lamme de blinde.


Ziet u? De grappen uit die tijd zijn zo grappig niet...

Doet u mij maar liever deze Sigmund :-)


Wat moet je anders als een hoofdstuk zo langdradig is? Op zoek naar psychologen-grapjes dan maar...


Freud spreekt verder over verschuiving in de grap. De nadruk komt op een ander dan gebruikelijk element in de zin te liggen en ontleent daaraan zijn komisch gehalte. Of een grap ontstaat door toedoen van een bepaalde denkfout, zoals in deze grap: (p. 392)


Een heer komt een patisserie binnen en laat zich een stuk taart geven; maar hij brengt dit spoedig terug en verlangt in plaats daarvan een glaasje likeur. Dit drinkt hij leeg en hij wil weggaan zonder te betalen. De eigenaar van de zaak houdt hem tegen. 'Wat wilt u van mij.' - 'U moet de likeur betalen.' - 'Daarvoor heb ik u de taart toch gegeven.' - 'Maar die hebt u ook niet betaald'. - 'Daar heb ik toch ook niets van gegeten.'


De denkfout is natuurlijk dat de slimme klant tussen het teruggeven van de taart en het daarvoor in de plaats nemen van de likeur een niet-bestaand verband legt.


Ok, dan een redelijk grappige grap: (p. 403)

Een Jood signaleert een etensrest in de baard van de ander. 'Ik kan je zeggen wat je gisteren gegeten hebt.' - 'Nou, zeg dan? - 'Goed, linzen.' - 'Mis, eergisteren!'

Volgens Freud een prachtige overtroevingsgrap.


Extra aandacht besteedt Freud aan de toespeling. In de grap wordt iets duidelijk gemaakt dat een toespeling geeft op iets dat niet benoemt wordt, en zo dus indirect uitgebeeld wordt. De voorbeelden die Freud hierbij noemt zijn werkelijk niet grappig en ook in mijn ogen geen echte grappen. Ik heb zelf maar een andere leuke grap uitgezocht:

Freud besluit dit hoofdstuk door te stellen dat het ontleden van de techniek van de grap ons niets leert over waarom de grap geestig is, m.a.w., waarom de grap in zijn hoedanigheid (bij elke specifieke techniek) op de lachspieren werkt. Het voelt een beetje alsof het hoofdstuk voor niets is geschreven, maar hij zal vast zijn redenen hebben die in een later hoofdstuk nog duidelijk worden.

Conclusie: men kan op allerlei verschillende manieren een grap maken, maar waarom de grap nu juist lachwekkend is, staat los van de techniek en weten we na dit hoofdstuk nog niet. Hij besluit met een belangrijke opmerking over de analogie tussen de droom en de grap: de verschuiving, de absurditeit en de uitbeelding van het tegendeel zijn elementen die droom en grap doen overeenkomen. Dat is volgens Freud geen toeval. In hoofdstuk VI (één na laatste hoofdstuk van dit boek) zal hij hier verder op ingaan. Immers, we zijn nog altijd op zoek naar de relatie tussen de grap en het onbewuste, zoals de titel luidt. Vandaag zijn we daar weinig over te weten gekomen.



Bij toeval kwam ik Peter de Wit (tekenaar van de Sigmund strip) tegen bij een lezing. Zo geestig als Sigmund is, zo saai was deze man en zijn lezing. Maar hij tekende wel deze originele Sigmund voor me.
527 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page