top of page

4-11 Seks of liefde? (Deel 2)

Bijgewerkt op: 18 okt. 2020

Boek 4 post 11: pagina 105 - 118 (totaal aantal gelezen pagina's: 2114)


Interessant, ik krijg op voorgaande blog deel 1 over Seks of Liefde heel wat persoonlijke reacties, zowel van onbegrip als juist fascinatie over wat Barry Long schrijft. Waarom ik de materie van Barry Long in deze blog aanhaal is omdat toen ik het boek recent las er direct een aantal overeenkomsten en tegenstellingen in las ten opzichte van Freuds eerste theorieën over seksualiteit, die ik gelijktijdig las. Het moge duidelijk zijn dat Long vanuit een heel ander (namelijk spiritueel) perspectief schrijft dan Freud en dat de opvattingen van beide auteurs in eerste instantie ver uit elkaar liggen.

Ik was eigenlijk op zoek naar andere perspectieven naast Freud. Freud destilleerde zijn theorieën uit het luisteren naar zijn patiënten in analyse. Hoe Long tot zijn opvattingen is gekomen weet ik niet, mogelijk heeft hij een lang spiritueel pad bewandeld van meditatie en zelfrealisatie en spreekt hij uit zijn eigen ervaringen. Ik voeg Long toe omdat het een ander perspectief biedt, toevallig een die ik erg interessant vind. Er zijn natuurlijk nog een onuitputtelijk aantal andere perspectieven vanuit verschillende hoeken mogelijk, die ik niet allemaal ga onderzoeken.



We gaan verder met de vergelijking tussen het boek van Barry Long en de theorie van Freud. De mannelijk gedreven seksualiteit drijft volgens Long de vrouw tot emotionaliteit, duivelse emotionaliteit. De straf die de man over zich heen krijgt is de ‘vrouwelijke demon van de emotie‘.

Voor een man is die emotionele duivelin in vrouwen de hel op aarde. Dit is het stuk van haar waar hij niets mee kan, dat hij niet begrijpt. De demon van zijn eigen onmacht om te beminnen komt tot leven om hem te vernederen, te vervloeken en te martelen. Hij is er doodsbang voor. Hij bluft en blundert zich erdoorheen. Maar uiteindelijk, als hij oud geworden is in de relatie en de strijd heeft opgegeven om een beetje rust te krijgen, wint de duivelin toch. Dan dwingt ze hem om zijn laatste restjes mannelijkheid en gezag op te geven. Samen worden ze oud. Ze voelen zich veilig bij elkaar, maar in feite zijn ze halfdood, tegen elkaar aanleunend in de grauwe wereld van het compromis. Zolang de wereld is zoals hij is, zorgt de duivelin ervoor dat de man nooit vergeet dat hij gefaald heeft in zijn liefde. De vrouw moet bemind worden. De toekomst van het menselijk ras hangt ervan af, want alleen als de vrouw waarlijk bemind wordt, kan de man waarlijk zichzelf zijn en zijn verloren gezag terugwinnen. (p.17-18)

Het lijkt mij niet onaannemelijk dat vrouwen, ook in hun rol als moeder, het ongenoegen over de partner (of de man in het algemeen) naar het kind uitdragen en zelfs hun emotionele agressie botvieren op het kind. Ik zou me voor kunnen stellen dat ook daardoor castratieangst zou kunnen ontstaan. Freud legt echter niet de relatie tussen de invloed van de moeder op het kind in het ontstaan van castratieangst, maar beschrijft het als een gegeven dat zijn intrede doet wanneer de jongen ontdekt dat het meisje geen penis bezit, en dus tot de conclusie komt dat hij de penis kan verliezen (d.w.z. ‘gecastreerd kan worden’). Het gaat in de theorie van Freud dus om de ontdekking van het anatomische geslachtsverschil tussen jongen en meisje (leze blog 4-07), een angst die dus een interne oorsprong kent, in plaats van een externe (zoals b.v. de moeder). Ik lees in Longs uitleg echter wel een voorbeeld van hoe de ‘duivelse’ emotionaliteit van de vrouw de man kan castreren, hem zijn mannelijkheid ontneemt, uit boosheid door de ontoereikendheid van de man om haar waarlijk te beminnen.


Een opmerkelijke overeenkomst tussen Freud en Long is hun bewering over de de verplaatsing van de erogene zone van de vrouw van de clitoris naar de binnenkant van de vagina. Freud schrijft hierover dat hij in de verhalen van patiënten steeds terughoorde dat de zelfbevrediging van jonge meisjes op de clitoris is gericht. In de puberteit zou dit volgens Freud veranderen:

Wil men begrijpen hoe het kleine meisje vrouw wordt, dan moet men de verdere lotgevallen van deze exciteerbaarheid van de clitoris nagaan. De puberteit, waarmee bij de jongen het grote offensief van de libido inzet, kenmerkt zich bij meisjes door een nieuwe verdringingsgolf, waardoor juist de clitorale seksualiteit wordt getroffen. Het is een portie mannelijk seksueel leven die daarbij aan verdringing ten prooi valt. De door deze puberteitsverdringing van de vrouw veroorzaakte versterking van seksuele remmingen vormt dan een prikkel voor de mannelijke libido en spoort deze ertoe aan haar prestaties op te voeren: met het niveau van de libido neemt vervolgens ook de seksuele overwaardering toe die alleen voor de zich verzettende, haar seksualiteit verloochenende vrouw in volle omvang beschikbaar is. Als de clitoris bij de uiteindelijk toegelaten geslachtsdaad wordt geëxciteerd, blijft het haar rol om deze excitatie aan de aangrenzende vrouwelijke delen door te geven, ongeveer zoals een spaander grenenhout gebruikt kan worden om het hardere brandhout te doen ontvlammen. Het neemt vaak een bepaalde tijd in beslag voordat deze overdracht zich heeft voltrokken, gedurende welke tijd de jonge vrouw dan gevoelloos is. Deze gevoelloosheid kan permanent worden wanneer de clitorale zone haar exciteerbaarheid weigert af te staan, een weigering die juist door de uitgebreide activering van deze zone in de kinderjaren wordt voorbereid. Zoals bekend is de gevoelloosheid bij vrouwen vaak alleen schijnbaar en lokaal. Zij zijn gevoelloos aan de schede-ingang, maar allerminst ongevoelig voor excitaties die van de clitoris of zelfs van andere zones uitgaan. Bij deze erogene oorzaken van gevoelloosheid voegen zich dan nog de psychische, die eveneens door verdringing gedetermindeerd zijn. (p. 96 Freud - boek 4)

Freud noemt hier om te beginnen de clitorale seksualiteit mannelijk. Ten tweede beschrijft hij dat de vrouw de clitorale zone moet verruilen voor - of althans de excitatie daarvan door moet geven aan - de aangrenzende delen (de schede). Dit zou echter niet altijd vlekkeloos verlopen en zou uit kunnen monden in gevoelloosheid wanneer de exciteerbaarheid niet wordt afgegeven. Freud beschrijft dit als een psychologisch (?) ontwikkelingsproces (hij zal er in latere werken nog meer over schrijven).

Longs standpunt is deels overeenkomstig wat betreft de erogene zone van de vrouw; hij lijkt de clitorale seksualiteit bij uitstek mannelijk te vinden, maar hij verwijt de fixatie van de vrouw met de clitorale seksualiteit aan de manipulatie van de man:

In zijn egoïsme leerde de man de vrouw om ook egoïstisch te zijn. Hij leerde haar om hem fysiek op te winden als er geen liefde was; om zichzelf seksueel te projecteren voor hun beider onderlinge vermaak met kleding, make-up, dans en flirten. En hij moedigde haar aan te genieten van de opwinding van het vingeren van haar clitoris tot ze klaarkwamen, wat hem zelf ook opwindt, in plaats van de schoonheid van haar hele lichaam te beminnen. (p.27)

Ook over de gevoelloosheid van de vagina doet hij - evenals Freud - een uitspraak, maar hij legt de oorzaak ergens anders:

Tegenwoordig kunnen vrouwen een orgasme hebben zonder dat ze er veel van merken. Het bewustzijn van liefde heeft bij veel vrouwen de vagina verlaten. Die staat zo strak van spanning, emotie en verleden, dat vrouwen hun bewustzijn er niet helemaal in kunnen krijgen, vooral aan de top bij de baarmoederhals. De vagina is hier ongevoelig geworden, en bij elke nieuwe generatie wordt dat erger. In het algemeen voelt een vrouw meer genot en meer sensatie in het lagere deel van de vagina, omdat de man niet langer voldoende autoriteit heeft om het diepere (of hogere) gedeelte te bereiken of om daar lang genoeg in liefde te blijven en te doen wat hij geacht wordt te doen. Omdat hij dat deel van haar niet kan bereiken (...), heeft hij haar gevoel (en haar orgasme) naar beneden gehaald en haar bewustzijn geconcentreerd op haar clitoris. Dat heeft hij op twee manieren gedaan: door telkens weer klaar te komen zodra hij binnen was, en door telkens weer haar clitoris te stimuleren met zijn vingers om te compenseren voor de orgasmen die ze anders niet meer kon krijgen. Hij heeft clitorale bevrediging, een clitoraal compromis, tot de hoofdprijs van het vrijen gemaakt. (...) Door het onvermogen van de man om echt van haar te houden, is ze begonnen te masturberen op haar clitoris, zoals de man haar heeft geleerd. Als ze werkelijk bemind werd, zou ze dat niet doen. Zonder invloed van de man heeft ze niet dezelfde aandrang tot masturberen als hij heeft om zijn seksuele agressie te lozen. Ze heeft de gewoonte van hem overgenomen. Alleen de penis kan echt de liefde bedrijven met de vrouw, niet de vingers of welk ander voorwerp dan ook. (p.77)

Barry Long geeft verder nog een groot aantal verklaringen voor de overige problemen die zich verder in het liefdesleven van man en vrouw voordoen, zoals impotentie, vroegtijdige zaadlozing, het weinige contact en bewustzijn dat we met ons lichaam hebben. In sommige uitspraken is hij ontzettend direct en ik kan niet anders dan wat hij zegt toch serieus in overweging nemen, juist door de confronterende toon. Ik sluit af met een aantal citaten van hem die indruk maakten. Opvallend is dat Long een echte methode voorschrijft hoe dan wel de liefde te bedrijven (deze zul je zelf in zijn boek moeten lezen). Freud daarentegen geeft geen enkel ’pedagogisch’ advies, en doet dat eigenlijk in geen van zijn teksten. Freud beschrijft - zoals ik het zie - het liefdes/seksleven van de neurotici, Barry Long eigenlijk ook, maar vooral wat er mis aan is en hoe we ons liefdesleven spiritueler kunnen maken. De spirituele invalshoek, wat je er ook van mag vinden, is toch wel heel anders dan we gewend zijn om over seks te denken, dat maakt ze voor mij zo interessant. Onderaan deze blog een talk van spiritueel leraar Jiddu Krishnamurti, wiens boeken ik vroeger vaak las (een spiritueel leraar die geen volgelingen wilde!). Een prachtig wijs mens, zo teer in zijn eerlijkheid en zo anders in hoe hij de vraag behandelt. Het kijken/luisteren waard - evenals Barry Long zelf waarin hij over liefde en seks spreekt.


Een afsluitend citaat dan van Long:

De liefde is tegenwoordig een compromis, het accepteren van het beste wat je ervan kunt maken onder de omstandigheden. En het product daarvan is het beste gevoel dat je kunt krijgen van een compromis, namelijk een ‘bevrediging’. Het is als een drug. De personificatie ervan in de wereld is die god die door de man geschapen is - het orgasme. De man is orgasmegek en de vrouw, godin van de liefde zelf, aangestoken en besmet door die mannelijke gekte, aanbidt de valse god van de man. Alsof klaarkomen een teken van liefde is. Elk beest kan klaarkomen, zonder enig teken van liefde. Maar je kunt de liefde niet bedrijven zonder liefde. (...) Man en vrouw kunnen pas in schoonheid en goddelijkheid de liefde bedrijven als er een fundamentele verandering heeft plaatsgevonden in hun penis en vagina of, om precies te zijn, in het deel van hun brein dat die organen bestuurt. De penis en de vagina moeten bevrijd worden van de emotie of onbewustheid van het verleden, van alle gewoonten en misvattingen die ze hebben opgedaan door hechting aan vroegere ervaringen. Je lichaam hoeft niet te leren vrijen. Het vrijt natuurlijk, als het de kans krijgt. Maar je hechting aan vroegere ervaringen staat in de weg. De emotionele hechting is je zelf - de emotie van alles wat je leuk vindt, en alles wat je niet leuk vindt, en al je pogingen om de dingen die je leuk vindt nog eens te ervaren en de pijn van vroegere ontmoetingen te vermijden. Je zelf kan daarom nooit leren vrijen. In plaats daarvan leer je om voor je zelf op te komen in het normale geslachtsverkeer. Je leert allebei hoe je je zelf kunt beschermen en projecteren, veilig en slim. Dit beschermen van je zelf maakt van liefde seks. (p. 79)

Het grote verschil in deze opvatting en breder, die van de psychologie en de spiritualiteit, is dat de psychologie uitgaat van een bestaan met een zelf, een ego, met al zijn gehechtheden en drang om pijn te vermijden en plezier te zoeken - dat te verbeteren/perfectioneren valt. Dit ego-bestaan, dit neurotische bestaan is nu juist steeds wat in haast elke spirituele leer begrepen en doorgewerkt dient te worden, om er van los te kunnen komen en te kunnen Zijn in plaats van door conditioneringen (zoals zelf-bescherming, waar Long hier over schrijft) geleefd te worden. In veel psychologische behandelingen (ik zeg niet specifiek in de psychoanalyse) wordt juist het ego versterkt of iets bijgeschaafd, om iets gelukkiger en iets minder neurotisch, in een conflictueus ego-bestaan verder te kunnen leven. Dit is ook terug te horen in Krishnamurti’s uitspraken, in onderstaande video, waarin hij onze pre-occupatie met seks corrupt noemt. In seks zoeken we vrijheid en daarom hechten we er zo’n waarde aan, omdat het tevens de makkelijkste manier is om vrijheid te ervaren. Hij stelt de vraag of we evenveel moeite willen steken in het zoeken van vrijheid door los van onze angsten te komen, los van onze conditioneringen. Nee, zegt hij, dat kost ons teveel moeite. Seks is de makkelijkste weg en daardoor hechten we er veel te veel belang aan, veel meer belang dan aan waar we onze energie eigenlijk aan zouden kunnen besteden, het zoeken naar ware vrijheid.


Ok, tot zover deze ‘spirituele’ uitstap. In de volgende blog misschien toch nog een uitstap naar het boek van Mark Kinet met aanvullende, psychoanalytische theorieën over seksualiteit.


Onderstaande video’s zijn te bekijken met ondertiteling, door op instellingen in de video te klikken en ondertitelingen (Engels) aan te klikken (wel soms vertaalfouten).




370 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page