top of page

Deel 2-04 Na de droom

Bijgewerkt op: 8 mrt. 2020

Boek 2 post 04: pagina 67 - 71 (totaal aantal gelezen pagina's 947)


Voor wie nieuw binnenvalt bij deze blog, laat me u waarschuwen dat ik op deze plek geregeld klassieke muziek toevoeg, die inhoudelijk weinig met Freud en hetgeen we hier lezen verband houdt. Het dient slechts ter omlijsting, puur voor het genot, zo men wil. Vandaag wel een toepasselijke titel: Après un rêve (Na een droom), van Gabriel Fauré (1845 - 1924).



Na een droom. Wat gebeurt er eigenlijk nadat we gedroomd hebben? We worden wakker en zijn de droom kwijt, terwijl we zoëven nog in een andere wereld verkeerden. Of ons hoofd is nog een ogenblik vol van het gedroomde en even later is de droom vervlogen, niet meer in ons geheugen terug te vinden. De volgende paragraaf uit het eerste hoofdstuk gaat in op deze curieuze verdwijntruc van de droom: Waarom vergeet men de droom na het ontwaken?


We kennen de droom eigenlijk alleen uit onze herinnering. We worden wakker en herinneren ons dat we die nacht in dromenland zijn geweest. Vaak menen we ons de droom slechts onvolledig te herinneren, alsof er 's nachts méér van was. Misschien voor velen herkenbaar, zo schrijft Freud treffend, is dat we ons herinneren dat we gedroomd hebben, maar niet wat we gedroomd hebben. Hoe vaak gebeurt het niet dat we een levendige droomherinnering hebben die in de loop van de dag wegkwijnt en slechts brokstukken achterlaat, zo vraagt hij zich af. Anderzijds komt het voor dat dromen ons juist buitengewoon lang bijblijven; denk hierbij aan bepaalde dromen die men in de kindertijd heeft gehad en die men zich nu nog levendig voor de geest kan halen. Een droom kan dus ook een diepe "imprint" (mijn - modern psychologische - woordkeuze, niet die van Freud) achterlaten. Freud somt een aantal theorieën op over de verklaring van dit raadsel, die destijds in de omloop waren.

Ten eerste moeten we beseffen dat we tijdens het wakkere leven een immens aantal gewaarwordingen vergeten. Alles wat weinig indruk maakt gedurende de dag, vergeten we. Dit zou op de droom ook van toepassing zijn. De droom wordt vergeten omdat ze te weinig psychische excitatie opgewekt heeft, terwijl sterkere indrukken wél herinnerd worden. Daarnaast speelt herhaling een rol. Gebeurtenissen die men herhaaldelijk meemaakt, onthoudt men beter. Veel dromen komen wat betreft inhoud slechts eenmalig voor (op terugkerende dromen gaat Freud nu nog niet in) wat ertoe bijdraagt dat ze sneller worden vergeten. Een nog belangrijkere eigenschap van de droom die ertoe bijdraagt dat hij ons ontglipt, is dat hij uit onsamenhangende, geïsoleerde voorstellingen bestaat:

"Willen gewaarwordingen, voorstellingen, gedachten enzovoort een zekere herinnerbare omvang bereiken, dan is het noodzakelijk dat ze niet geïsoleerd blijven, maar passende associaties en connecties aangaan. Ontbindt men een versje in de woorden waaruit het bestaat, en schudt men deze door elkaar, dan wordt het bijzonder moeilijk het versje te onthouden." (p.68)

Dromen missen in de meeste gevallen samenhang en orde, elementen die juist nodig zijn om een gewaarwording in het geheugen op te slaan. Een naastgelegen opvatting is dat de droom (bijna) nooit geordende herinneringen uit het waakleven, maar alleen details daaruit overneemt. Die details worden in de droom uit hun verband gerukt. De droomcompositie krijgt daadoor als het ware geen plek in de psychisch (geordende) reeksen van ons geheugen en de ziel.

"Op deze wijze maakt het droomproduct zich als het ware van de bodem van ons zielenleven los en zweeft in de psychische ruimte als een wolk aan de hemel, die door de weer verlevendigde adem snel wordt weggeblazen" [naar een citaat van Strümpel, 1877, 87] (p.69)

Voorts neemt bij het ontwaken de zintuiglijke wereld ons onmiddellijk weer in beslag. Daartegen lijkt menig droombeeld niet opgewassen te zijn waardoor het treurig genoeg uit onze aandacht verdwijnt. Noem me sentimenteel, maar ik ervaar het soms als een klein verlies wanneer ik weet gedroomd te hebben, maar de droom niet meer 'te pakken krijg' zodra ik wakker ben. Alsof ik zojuist een levendig ervaring heb gehad, een krachtinspanning heb geleverd of aan iets wonderlijks heb deelgenomen, maar ik niet mag weten wat ik daarin heb gedaan. Ik maakte iets mee zonder erbij te zijn. Zonde! Dit is wat Freud bedoelt met het weten dat we gedroomd hebben, maar niet wat we gedroomd hebben.

Vision sleeping. Illustration to Goethe's tragedy "Egmont" - John Everett Millais (1868)

Niet onbelangrijk, als we het toch over aandacht hebben, is dat veel mensen weinig belangstelling voor hun dromen tonen, waardoor ze mogelijk ook minder goed onthouden worden. Men mag zich na deze argumenten überhaupt afvragen hoe het komt dat we veel dromen, of flarden daarvan, wel onthouden. Soms komt het voor dat we de droom plots herinneren nadat we in de loop van de dag een waarneming doen die toevallig aan de vergeten inhoud van de droom raakt. Vaak zijn deze herinneringen, maar in bredere zin wellicht alle herinneringen aan de droom, echter onderhevig aan een bezwaar: dat van de vervalsing. Zo vraagt Freud zich af: "vervalst onze herinnering, die zo veel van de droom weglaat, niet wat ze behouden heeft?" (p. 70).

Bij het reproduceren van de droom heeft men namelijk de neiging van alles in de droom in te voegen, dat niet in de werkelijke droom voorkwam. De lacunes die een droom bevat, vullen we aan wanneer we de droom in onze herinnering terugroepen. De droom die we vertellen (of opschrijven), is daarom vaak veel coherenter dan de originele droom.

"Ook de meest waarheidslievende mensen zijn nauwelijks bij machte een merkwaardige droom die zij hebben gehad, zonder enige toevoeging of opsmuk te vertellen: het streven van de menselijke geest om alles in zijn samenhang te zien is zo groot dat deze bij de herinnering aan een enigszins onsamenhangende droom de manco's in de samenhang onwillekeurig aanvult." (p.70)

Helaas is dit ook voor ondergetekende een bekend fenomeen. Ik droom bijna dagelijks (beter gezegd, nachtelijks) en schrijf de dromen getrouw op. Ik moet echter dikwijls de achteloosheid waarmee mijn geest van een bepaald ongrijpbaar gebeuren uit de droom iets tastbaars wil maken, ondergaan. Het is bijzonder lastig om sommige ervaringen uit de droom onder woorden te brengen of te onthouden voor wat ze werkelijk waren, en dat zonder verkleuring te doen. Freud citeert een advies van Egger (1898, 41) om de droom direct bij dageraad aan het papier toe te vertrouwen, omdat het gedeeltelijk vergeten en daarna reproduceren van de droom zeer verraderlijk kan zijn.

"[W]ant als men vervolgens begint te vertellen wat men niet vergeten is, loopt men het risico dat men onsamenhangende en losse brokstukken die het geheugen levert met zijn verbeelding aanvult....; men wordt kunstenaar zonder het te beseffen, en het van tijd tot tijd herhaalde relaas dringt zich op aan het geloof van zijn schepper, die het te goeder trouw als een waar feit presenteert (...)". (p. 71 - voetnoot)

Men wordt kunstenaar zonder het te beseffen... Naar mijn ervaring gaat het niet alleen om het toevoegen van aspecten aan de droom. Het is ook alsof er iets aan de droomervaring afgedaan wordt op het moment dat ik hem reproduceer (opschrijf ofwel vertel aan een derde). Het toevoegen aan de droom is de geweldpleger; het doet afbreuk aan de droom. Sterker nog, het verwoorden van de droom doet er afbreuk aan. Maar we laten ook dingen weg, omdat we simpelweg niet weten hoe ze weer te geven in de wereld van de taal. Mijns inziens verandert hierdoor de ervaring van de droom en verliest iets van zijn mysterieuze, ondoorgrondelijke natuur. Volgens Spitta (1882, 338) is het reproduceren van de droom pas het moment waarop wij orde aanbrengen in de los met elkaar geassocieerde droomelementen. We brengen dus de logische verbindingen aan, die in de droom ontbreken. Nu begrijp ik waarom de navertelling van de droom vaak logischer aanvoelt dan de droom zelf, maar ook kaler, meer éénkleurig. Mijn conclusie is: we laten weg én we voegen toe, wanneer we spreken over onze dromen.


175 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

コメント


bottom of page